limerick-groninger

Een blog over Ierland.


Een reactie plaatsen

Glanteenassig wood, lough Slat en lough Caum loop. Wandelblog.

Het eerste volle weekend van juni is altijd een bankholiday weekend (lang weekend) in Ierland. Vrijdagmiddagen ben ik altijd vrij dus Orla kon die middag naar een arts festival in Killorglin en op zaterdag naar een in Kinvarra. Ik bleef thuis bij de katten. Zondag 4 juni zouden we samen gaan bergwandelen/hiken. We wisten alleen nog niet waar. Het is hier al anderhalve week schitterend weer en ik wilde graag de Knockmealdowns in of de Galtees. Ik wil graag naast Knockmealdown een andere top pakken en Galtymore vanuit een andere route dan vorig jaar beklimmen. Orla is nog niet op Galtymore geweest. Orla had echter zaterdag teveel zon gehad en wilde graag ergens wandelen waar ook schaduw was en dat vind je op beide plekken niet. Vandaar dat we besloten om naar het Dingle schiereiland te gaan en daar eindelijk de 10 km Glanteenassig wood rondwandeling te gaan maken. De vorige keer dat we dat van plan waren, hing er vrij dichte mist en besloten we een andere wandeling te maken. Deze keer dus de Glanteenassig rondwandeling in warm, helder weer, al was het vanwege de warmte wel wat heiig.

Om er te komen reden we via Blennerville naar Camp en daarna door over de R560 om bij Aughacasla de afslag naar Glanteenassig wood te nemen (er staat een wegwijzer dus je kunt het niet missen). De rit gaat verder over een erg smalle weg tot je bij de parkeerplaats aan het begin van de wandeling komt. Wij gingen voor een late middag, vroege avondwandeling zodat het wat minder warm zou zijn.

Glanteenassig wood ligt in een vallei met Beenoskee (826m) en Stradbally mountain (852m) aan de noordwest kant en Dromavally mountain (626m) aan de zuidoostkant. (Beenoskee en Stradbally vanaf Annascaul lake staat ook op mijn lijstje, maar dat is iets voor later.) Er liggen een paar meren in de Glanteenassig vallei die zelfs per auto bereikbaar zijn en dat is een beetje een probleem in dit weer. De hele wandeling gaat namelijk over een halfverharde weg die tot beide meren goed genoeg – en toegestaan is voor auto’s. Nu waren er niet veel mensen maar de paar auto’s die we tegenkwamen of die ons achterop kwamen, reden vaak wat harder dan de toegestane 25 km en wierpen nogal wat steenstof op: een van de nadelen van anderhalve week kurkdroog, warm weer. Het bos zelf is Coillte (uitspraak: kwilte) bos, kapbos van het Iers staatsbosbeheer. Gelukkig groeien er niet alleen aangeplante Sitkasparren voor de kap maar is het voor een deel gemengd bos.

Het eerste meer is niet zo ver van de parkeerplaats, heeft zelf een parkeerplaatsje met een informatiebord en een halfverhard pad dat langs het meer loopt, met een aantal picknicktafels. Wij waren er een tijdje alleen en genoten van de stilte en toen we op het punt stonden om weer verder te wandelen kwamen er wat mensen naar het meer toe. Wij liepen verder omhoog naar Lough Caum, een meer dat op 210 meter boven zeeniveau ligt terwijl we af en toe door auto’s opgeworpen stofwolken trotseerden. Ook bij dit meer is een parkeerplaats met informatiebord. Mensen die de kortere wandelingen willen maken kunnen dus naar de meren toerijden. Om het meer heeft men een 2 km lange boardwalk gemaakt, een verhoogd, houten wandelpad met mooie uitzichten over het meer en het omliggende berglandschap. Het gebruik van anti-muggenspray is hier aan te raden vanwege de aanwezigheid van zwermen midges, kleine vliegjes ter grote van een fruitvliegje waarvan alleen de vrouwtjes op je bloed uit zijn. De beet is niet echt pijnlijk maar jeukt wel. Er waren slechts een paar mensen bij lough Caum en de boardwalk hadden we voor ons alleen.

Vanaf het tweede meer sloegen we het pad in naar het Glanteenassig Moraine uitzichtpunt en hier kwamen we geen auto’s meer tegen. Het pad werd vanaf het uitzichtpunt ook slechter dus niet geschikt voor auto’s. Gelukkig maar. Het uitzicht bleef mooi met zicht op de Atlantische Oceaan. Het gaat vanaf daar weer naar beneden en nog een stuk terug om weer bij het verbindende pad naar de parkeerplaats uit te komen.

Al met al was dit een gemakkelijke wandeling die eventueel ook goed te fietsen is, zeker op mountain bikes, waarbij het op het gedeelte vanaf het uitzichtpunt wat uitkijken is vanwege het slechtere wegdek. Gek genoeg is deze volledige rondwandeling niet op de informatieborden bij de parkeerplaatsen te vinden. Daar staan alleen de korte wandelingen op. De 9.8 km (volgens mijn stappenteller had ik er aan het eind zo’n 11 km opzitten) is op de AllTrails app te vinden onder “Glanteenassig Wood, Lough Slat and Lough Caum Loop”.

Klik op de foto’s om ze groter te zien.


Een reactie plaatsen

Lenteblog 2023

De meteorologische lente begon op 1 maart, maar van lente was nog niet veel te merken met grondvorst en lage temperaturen en later veel harde wind en regen. Dertien maart ging ik een korte week naar Nederland, voor de eerste keer sinds maart 2020 en het was een voor mij wat vreemde belevenis. Op de luchthavens ging het allemaal wel vrij vlot maar na drie jaren in de rust van Ierland kwam de hoeveelheid mensen wel enorm op me af. Toen de trein eenmaal Zwolle voorbij was, voelde het weer vertrouwd en eenmaal weer in Groningen en daarna Hoogezand, wende het wat beter, alhoewel de drukte in de stad Groningen me ook wel tegenviel. Ik ben vooral niet meer gewend aan de hoeveelheid fietsers. Dat zie je in Ierse steden niet. Mijn vriend Jaap, bij wie ik logeerde, nam mij een paar keer mee het noord-Drentse en Groninger platteland op waar het heerlijk rustig was en in het redelijk mooie weer aangenaam toeven. Wat mij tijdens deze Nederlandreis naast het vele geluid van verkeer in de verte vooral opviel was de lichtvervuiling. Overal, soms zelfs in bosgebieden, staan lantaarnpalen. Wanneer ik bij nieuwe maan ’s avonds laat mijn huis uitloop, moet ik echt een zaklantaarn meenemen want dan is het pikkedonker buiten. Langs Ierse wegen staat normaalgesproken ook geen verlichting met uitzondering van op- en afritten. Het was fijn om familie en vrienden weer te zien en ik blijf Groninger in hart en nieren en zou heel graag weer wat langer door het Groninger en Drentse landschap willen struinen maar ik heb er mijn huis niet meer en ik was toch wel blij om zondag 19 maart weer terug naar mijn eigen plekje op het platteland van County Limerick te vertrekken, vooral ook omdat we 8 maart een zwerfkatje in huis hadden genomen die we aan onze familie willen toevoegen. Ze kwam 7 maart zwanger en ziek bij ons huis aan, ging meteen door naar de dierenarts, werd gesteriliseerd en kreeg medicatie voor een abces aan haar oog.

Vanaf maandag 20 maart was ik weer terug aan het werk en thuis druk bezig met de katten. In de tuin viel niet veel te beginnen want de hele maand was het erg nat. Ik wilde graag weer de paden in de achtertuin maaien en het gras van de voortuin een maaibeurt geven voor ik het weer wild laat groeien. Ahoewel het in onze wilde tuin tijd zal kosten om meer variatie aan planten te zien, beginnen er al meer wilde bloemen tussen het gras te groeien, sommige die ik heb gezaaid en andere spontaan groeien, zoals natuurlijk de paardebloem, madeliefjes, klaver en boterbloemen. Langs de heg groeien onder andere brandnetels, komkommerkruid en kleefkruid dat mede door de katten weer wordt verspreid. Dit moeten we af en toe weghalen, anders woekert het teveel. Het maaien van de achtertuin lukte pas begin april. De voortuin een week later.

Halverwege april werd het echt lente en vrij warm, tot 18 graden. Het begint dan weer te kriebelen om er wat meer op uit te gaan en dan met name meer te gaan hiken/bergwandelen, alhoewel we deze winter in december, januari en februari ook een aantal mooie wandelingen hebben gemaakt.  Zondag 16 april hebben Orla en ik op Knockfierna gewandeld terwijl we de heerlijke geur van de overal bloeiende gaspeldoorn opsnoven, 29 april gingen we wat verder weg om de westelijke top van Seefin Mountain (510m) in de Ballyhouras te beklimmen en nog wat verder te wandelen. De geur van de gaspeldoorn was ook daar heerlijk aanwezig.

Gaspeldoorn op de weg terug van Seefin Mountain. Klik op de foto voor een grotere versie.

Uitzicht tijdens de Castlequin rondwandeling bij Cahersiveen. Klik op de foto voor een grotere versie.

13 Mei gingen we naar Cahersiveen in County Kerry voor een rondwandeling over de heuvel Castlequin (415m). Dat was een heuvel waar we nog niet eerder op waren geweest maar zeker eens naar terug zullen gaan. Het uitzicht over Cahersiveen, de Kerry Mountains en de kust met Valentia Island en de Skelligs in de verte was erg mooi en de wandeling had slechts een paar wat lastigere stukken en was aangenaam. Voor de komende maanden hebben we al verschillende wandelingen in gedachten maar het hangt allemaal natuurlijk van het weer af. In de stromende regen wandelen is voor ons niet zo interessant omdat Orla graag ergens wil gaan zitten om wat te tekenen en ik graag foto’s maak. Daarnaast zijn bepaalde gebieden met bijvoorbeeld veengrond minder toegankelijk na zware regenval dus in die gevallen kiezen we andere wandelingen. Momenteel staat de meidoorn volop in bloei wat een schitterend gezicht is en de vlier zal binnenkort weer bloeien zodat we vlierbloesem kunnen plukken om daar zelf limonade van te maken. Natuurlijk laten we tijdens het plukken genoeg bloesem zitten voor de insecten. Het is nu 31 mei. Morgen begint de meteorologische zomer. Het eind van de lente gaat deze keer gepaard met warm weer. Afgelopen zaterdag waren we in de Burren in County Clare, voor een wandeling om daarna in Lahinch wat zeelucht op te snuiven en wat te eten. Het was die dag 21 graden en waarschijnlijk nog wat warmer in the Burren National Park waar wij hebben gewandeld, vanwege de kalksteenplateaus die vanuit de verte vrij kaal lijken maar waar veel wilde planten en bloemen, waaronder allerlei orchideeënsoorten groeien en bloeien. Gisteren en vandaag kwam het kwik tot 25 graden en de vooruitzichten voor de komende en volgende week zijn goed. Een echte Ier maakt zich dan zorgen en zegt “hopelijk komt de zomer niet te vroeg”. We zullen het zien.

Foto’s van de wandeling in de Burren. Klik op een foto voor een grotere versie.


Een reactie plaatsen

Greenways: het nieuwe wandelen en fietsen in Ierland.

Ierland is een geweldig land voor wandelaars en in iets mindere mate voor fietsers omdat die meestal over wegen fietsen waar ook gemotoriseerd verkeer over rijdt. Wandelaars kunnen trails opzoeken die voor gemotoriseerd vervoer en zelfs voor fietsers (op een enkele mountainbiker na) ontoegankelijk zijn. Het nadeel van die trails is dat ze vaak over ongelijke grond over paadjes met losse stenen en soms over (veen)grond gaan waar helemaal geen pad duidelijk is en omdat dit soort trails vaak voor een deel over het grondgebied van een boer gaan, hangt het ervan af hoezeer de boer gemotiveerd is om de paden bij te houden en zijn delen van sommige paden soms flink overgroeid. Het navigeren van dit soort trails is dan ook niet voor iedereen weggelegd, zeker niet voor mensen die wat slechter te been zijn, willen fietsen of van een rolstoel gebruik maken.

Er is tegenwoordig echter een alternatief dat vooral voor de fietser, maar ook voor de wandelaar en de rolstoelgebruiker interessant is: de zogenaamde greenway. Greenways zijn paden die alleen voor deze groepen gebruikers toegankelijk zijn, deels voorzien van halfverharding en voor een steeds groter deel van asfalt met niet al teveel stijgingen en dalingen, waardoor ze ook voor rolstoelgebruikers aantrekkelijk zijn.

Aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw waren er in Ierland veel lokale treinverbindingen die vanaf de jaren 30 allemaal in onbruik raakten. De paden zijn voor een deel over deze lijnen gelegd en daarnaast ook langs rivieren en kanalen waar vroeger de paden voor de trekschuiten lagen. De eerste sectie van de Great Western Greenway in het graafschap Mayo, die van Newport tot Mulranny loopt, werd in april 2010 geopend en was meteen een groot succes. Daarna heeft het aantal greenways zich uitgebreid met als doel een landelijk netwerk van verbindende greenways. De individuele greenways hebben een flinke lengte maar kunnen ook gedeeltelijk gelopen of gefietst worden. Voor mensen die graag fietsen maar hun eigen fiets niet willen meenemen zijn op een aantal plekken fietsen te huur, waaronder elektrische fietsen, fietsen met kinderzitjes, fietskinderkarren of tag-alongs en soms aangepaste fietsen voor mensen met een beperking (van te voren checken en reserveren is aan te raden voor alle soorten fietsen). Daarnaast is er op de Mayo greenway een shuttleservice beschikbaar die je naar een bepaalde plek aan de greenway kan brengen of op een bepaalde plek weer kan ophalen.

Er wordt nog steeds aan het greenway netwerk gewerkt en via de officiële greenwaysireland website blijf je op de hoogte en kun je de individuele bestaande greenway pagina’s met alle informatie over de betreffende greenway bezoeken. Momenteel kun je terecht op de Waterford Greenway (46 km), The Great Western Greenway in Mayo (42 km), The Old rail trail (43 km) in de midlands, de Limerick Greenway (40 km) en de Suir Blueway (21 km) met een 21 km lang fiets/looppad van Carrick-on-Suir naar Clonmel langs de rivier de Suir, en van Clonmel naar Cahir een vaarroute over de rivier de Suir, vandaar dat het een blueway wordt genoemd. Op de individuele pagina’s zijn kaarten van de route te zien, wordt interessante informatie over de omgeving verstrekt, wordt de lengte en, indien nodig, de moeilijkheidsgraad van gedeeltes van de route aangegeven. Alhoewel de individuele pagina’s allemaal aan de Greenways Ireland website gelinkt zijn, zien ze er allemaal net iets anders uit en is de hoeveelheid informatie verschillend. Je kunt Greenways Ireland ook op Facebook vinden.


3 reacties

Openbaar vervoer in Ierland.

Orla en ik wonen op het platteland van het graafschap Limerick, drie kilometer buiten een dorp en hebben daarom een auto nodig want openbaar vervoer is er bijna niet. Wij hebben vrienden die in de stad Limerick wonen en geen rijbewijs hebben. Zij doen alles binnen de stad met de bus of lopend en rijden met anderen mee of pakken de trein of bus voor verdere reizen. Er wordt door Ieren zelf veel over het openbaar vervoer geklaagd: over bussen die te laat zijn, treinen die niet rijden, maar ik zie wanneer ik Nederlandse tv kijk, dat het daar niet veel anders is. (Van België weet ik het niet.)

Het is wat anders wanneer je op vakantie naar Ierland gaat. Dan heb je wat meer de tijd aan jezelf. Natuurlijk moet je weer op tijd op een luchthaven zijn maar die verbinding is meestal goed en betrouwbaar. Anders wordt het wanneer je in de dunner bevolkte gebieden wilt rondreizen. Toen ik nog in Ierland op vakantie kwam had ik geen rijbewijs, reisde per trein en bus naar een plaats, boekte mijzelf en mijn toenmalige vriendin (die ook geen rijbewijs had) in bij een b&b, huurde daar een fiets en maakte circulaire tochten om daarna per bus weer verder te trekken naar een andere plaats, alwaar zich hetzelfde herhaalde. Ik heb op die manier veel van Ierland gezien. Toen ik Orla ontmoette veranderde dat want zij had een rijbewijs, dus huurden we een auto wanneer we op vakantie naar Ierland gingen. In 2000 gingen we in Ierland wonen en haalde ik mijn rijbewijs in Ierland. Nu reizen we bijna nooit meer met het openbaar vervoer.

Er is in al die jaren veel veranderd. Veel wegen zijn flink verbeterd, met meer snelwegverbindingen. Het openbaar vervoer heeft ook veel veranderingen doorgemaakt. De trein heeft slechts een beperkt bereik maar kan goed gebruikt worden voor het reizen tussen steden. Zodra je echter het platteland op wilt, ben je afhankelijk van bussen.

Wanneer je met de trein reist kun je het best van te voren online kaartjes kopen omdat dat meestal goedkoper is. Voor bussen ben je niet altijd afhankelijk van de nationale busonderneming Bus Éireann. Er zijn ook andere busondernemingen die je soms goedkoper naar bestemmingen brengen. JJ Kavanagh & Sons is een van die ondernemingen en wanneer je op timetables klikt, kun je zien welke routes ze rijden. JJ Kavanagh & Sons heeft nu ook een app voor op de telefoon. Vanuit Donegal kun je met Gallagher’s coaches naar Noord-Ierland reizen.

Met de reguliere Transport For Ireland (TFI) diensten, waarin zowel trein als bus is opgenomen en in Dublin de Luas (tram) en de Darttreinen, kom je echter op de meeste plaatsen waarbij de local link, voor het bereiken van de plattelandsbestemmingen, vaak gebruik maakt van plaatselijke busbedrijven. Transport For Ireland heeft een reisplanner waarbij je begin en eindbestemming, dag en tijd kunt aangeven, net als de Nederlandse 9292 planner en waarvoor ook een app beschikbaar is voor in de telefoon. Er zijn zelfs meerdere apps waarbij uitleg voor het gebruik wordt gegeven (In het Engels uiteraard. Mocht dat een probleem zijn kun je het in de chrome browser naar het Nederlands laten vertalen). TFI biedt ook fietsverhuur in de grotere steden aan waarvoor je een driedaags of jaarlijks ticket kunt kopen voor 3 Euro en 10 Euro met daaroverheen de fietshuurprijs per uur en € 150 borg dat echter niet van de kaart wordt afgeschreven, tenzij de fiets niet wordt geretourneerd.

Wanneer je in Dublin en omgeving blijft, dan kun je gebruik maken van een zogenaamde leap visitor card. Dit is openbaar vervoer kaart die één of meerdere dagen geldig is en online of bij verkopers op Dublin airport (aankomsthal 1 en 2) en verkopers op Heuston station, Connoly Station en bij het kantoor van Dublin Bus aan O’Connell Street kan worden aangeschaft. De prijs varieert bij schrijven van 8 Euro voor een dag tot 32 Euro voor zeven dagen. Het is een fysieke kaart die bij online kopen naar je toe wordt gestuurd, zodat je de kaart in ieder geval veertien dagen voor vertrek moet bestellen. Ongebruikte kaarten blijven een jaar geldig. De kaarten kunnen op verschillende punten worden opgeladen, mocht je ze willen verlengen.

Naast regulier openbaar vervoer worden er door gespecialiseerde busbedrijven ook toeristenexcursies aangeboden. Een van de bekendste en goedkopere is Paddywagon tours. Zij bieden het hele jaar door excursies aan en opereren vanuit verschillende steden. Mocht je ver buiten het toeristenseizoen reizen, kan het zijn dat bepaalde excursies vanwege te weinig belangstelling niet door gaan. Check van te voren. Vanuit de grotere steden Dublin en Cork heb je de zogenaamde hop-on hop-off bussen die bij alle toeristenattracties in de stad stoppen en je naar believen op en af kunt stappen waarbij door deze busondernemingen op hun website onder de kop “day tours” ook dagexcursies worden aangeboden. Daarnaast zijn er plaatselijke initiatieven in de kleinere toeristenplaatsen waarbij locale ondernemingen bustrips aanbieden die plaatselijk worden aangeboden, vaak alleen tijdens het toeristenseizoen.

Voor mensen die liever niet met de auto in Ierland reizen of niet in het bezit zijn van een rijbewijs, zijn er dus voldoende reismogelijkheden, vooral in het late voorjaar en de zomer.

Dubbeldekker bussen in Galway City. Bron: Galwaytransport.info


Een reactie plaatsen

Herfst in Ierland.

Het is inmiddels al weer de derde week van november en de afgelopen weken was het jammergenoeg erg nat. Orla en ik hadden de eerste week van november vrij genomen, maar door alle regen besloten we om geen dagtochten te maken. Het blijft in Ierland natuurlijk altijd een gok met het weer. De zomer was erg droog en de vroege herfst ook. Sommige bomen gingen vanwege de erg droge zomer in augustus al in herstmodus om vocht te behouden en hadden toen al gekleurde bladeren. Eind oktober en begin november waren welliswaar erg nat maar nog steeds erg warm voor de tijd van het jaar. De verwarming ging alleen af en toe aan om het vocht te verdrijven. Sinds een paar dagen is het nu ’s avonds, ’s nachts en ’s ochtends weer een stuk kouder. Vorige week (16-11) had ik zelfs wat ijs op de voorruit van de auto. Wanneer we ‘s avonds door het dichtsbijzijnde dorp of door Limerick City lopen, ruiken we turfrook en kolenrook uit de schoorstenen. Beiden hebben een zeer specifieke geur en horen voor mij bij het geurenpallet van Ierland, tesamen met de geur van straten met pubs en restaurants en natuurgeuren zoals de bloeiende gaspeldoorn.

Vanaf eind oktober zijn de meeste loofbomen in herfstooi gekleed en valt er veel te genieten. Natuurlijk merk je er aan de kust minder van omdat daar minder bomen groeien. Er zijn echter vrij veel bosrijke gebieden in Ierland waar je mooie herfstwandelingen kunt maken.  Een groot aantal wordt door het Ierse staatsbosbeheer (Coillte) beheerd. Daarnaast zijn er (voormalige) landgoederen, al dan niet met een landhuis of ruïne van een landhuis die voor een deel bebost zijn,  en waar je soms erg mooie oude bomen ziet. Een aantal daarvan vallen onder Coillte maar anderen zijn weer in privébezit of vallen onder het OPW (office of public works), zoals bijvoorbeeld Powerscourt estate in County Dublin, het kasteel en de gronden van Blarney Castle en Doneraile wildlife park, beiden in het graafschap Cork.

Ik raad wandelaars die in Ierland de natuur ingaan altijd aan om goede, waterdichte/waterafstotende wandelschoenen mee te nemen omdat het weer in ieder jaargetijde onvoorspelbaar is, maar vooral in de herfst loop je de kans dat de grond natter en op sommige plekken drassig is. Daarbij ga je bij boswandelingen regelmatig heuvelop en heuvelaf met soms een redelijke afgrond naast het pad en loop je soms vlak langs een wildstromend riviertje zodat uitglijers niet aan te raden zijn. Houd er ook rekening mee dat je redelijk vroeg op pad moet omdat het aantal daglichturen beperkt is en veel landgoederen in dit jaargetijde om vijf uur ’s middags sluiten. Het is ook een goed idee om een hoofdlamp bij je te hebben voor het geval je in het donker komt te lopen. Ik vind dat zelf handiger en beter dan het zaklampje op de telefoon.

Hier kun je de link vinden naar de coillte wandelingen in heel Ierland. Wanneer je op het kaartje inzoomt, kun je op de individuele wandelingen en de daarbijbehorende individuele webpagina’s klikken.

Daarnaast kun je de AllTrails app gebruiken om (bos)wandelingen in Ierland te vinden. Je kunt dan met filters op moeilijkheidsgraad, lengte, omgeving en bijvoorbeeld hondvriendelijkheid wandelingen uitzoeken.

NB: voor het betreden van landgoederen als Powerscourt en Blarney Castle, moet je betalen. Coillte wandelgebieden zijn gratis toegankelijk en een aantal OPW wandelgebieden zijn ook gratis toegankelijk.

Klik op de foto’s om ze groter te zien.


1 reactie

Galtymore hike.

In 2001 speelde ik in een Rambling House groep in Limerick, samen met andere muzikanten, dansers en verhalenvertellers. We traden op in hotels en gingen op toernee in Engeland. Een van de plekken waar we speelden was The Galtymore, een Iers centrum met theater in Cricklewood, Londen. De naam Galtymore zei me toen niet zoveel. Op vakanties in Ierland zochten we meestal de kust op en ik woonde er nog maar een jaar en bleef naar de kust trekken. Toen we vanaf ons huis Orla’s moeder in Carrick-on-Suir gingen bezoeken, zag ik regelmatig een bergketen die de Galtees bleken te zijn met als hoogste berg Galtymore (918m). Op dagtochten kwamen we er daarna ook regelmatig dichterbij wanneer we ons in de Glen of Aherlow bevonden en de afgelopen jaren zijn we steeds meer in het gebied van de Galtee Mountains, het naastgelegen Ballyhoura-berggebied en in de heuvels vlak bij ons huis gaan wandelen. De Galtee mountains werden steeds meer deel van mijn omgeving omdat je ze van bijna overal in de omgeving kunt zien en ik ging steeds meer houden van de distincte vorm van Galtymore. Ik zei tegen Orla dat ik Galtymore maar eens moest gaan beklimmen, eerst meer als grap, maar nadat wij meer heuvels en een paar lagere bergen in de benen hadden en ik eindelijk de wandelschoenen had gevonden die me echt lekker zitten, werd het beklimmen van Galtymore voor mij een reeël doel.

Donderdag 21 juli, mijn eerste zomervakantiedag, was het mooi rustig weer. Het zou bewolkt zijn, maar met waarschijnlijk alleen hoge bewolking. Orla wilde nog een dag werken en wilde Galtymore sowieso nog niet op. Ik keek op het mountain-forecast weerbericht voor Galtymore en besloot een poging te gaan wagen. Onderweg zou ik goed zicht hebben op de Galtees en mocht er toch sprake zijn van lage wolken, dan kon ik altijd nog besluiten om naar een van de meren te wandelen in plaats van naar de top te gaan. En mocht de top toch momenteel nog te hoog gegrepen zijn, kon ik altijd voor de top omkeren, een ervaring rijker, met een mooie pittige dagwandeling achter de rug.

Voor de beklimming had ik mij wat ingelezen en wist dat je Galtymore vanaf een noordelijke en vanaf twee zuidelijke routes kunt beklimmen. De zuidelijke route vanaf “King’s Yard” een boerderij met betaalde parkeerplaats heeft niet echt een duidelijk pad maar (naar mij later werd verteld) een iets minder steile klim naar de top. Ik besloot de zuidelijke route via de Black Road te nemen. Dit is de meest directe route maar heeft wel een vrij steile klim aan het eind.

Na een goed uur rijden terwijl ik onderweg af en toe de Galtees in de gaten hield voor eventuele verandering in het weer, kwam ik om 10 uur ’s ochtends bij de Black Road parkeerplaats aan. Er stond één auto dus het was nog lekker rustig. Het was bewolkt, bijna windstil en vol goede moed ging ik op pad op mijn eerste van begin tot einde solo-hike waarbij ik zo’n 6 km te gaan had en nog een goede 600 meter te klimmen. Het eerste deel ging over een door bomen en struiken omzoomd landweggetje, maar al gauw ging het over in een pad met veel losse stenen dat door heidegebied voerde. Het hele gebied is deel van een werkende schapenboerderij en de schapen lopen overal vrij rond. De eerste ontmoeting met een mens was bijna een Monty Python moment. Een zogenaamde trail runner kwam mij al joggend tegemoet, keek niet op of om, zei niets toen hij langszij was en verdween. Ik had moeite om niet in lachen uit te barsten maar was bang dat een grote Monty Pythonvoet uit de hemel naar beneden zou komen om mij te pletten. Een eind verderop kwam ik twee hikers tegen die op de terugweg waren en mij vertelden dat de condities boven op Galtymore ideaal waren met goed zicht.

Af en toe week ik van het pad af om van het uitzicht te genieten en liep ik verder langs een monument voor de inzittenden van een neergestort vliegtuigje waarna ik bij een hoop stenen die als markering waren gestapeld uitkwam en slechts een keer op de AllTrails app hoefde te checken of ik goed liep. Via de flank van Galtybeg, het kleine zusje van Galtymore (799m) liep ik naar de pas tussen Galtybeg en Galtymore. Hier nam ik een wat langere pauze en genoot ik van het uitzicht op beide bergen en gluurde ik voorzichtig over de rand van de afgrond het dal in waar zich lough Dihneen, een bergmeertje bevindt. Een drietal mensen kwamen de berg af en gingen richting Galtybeg. Voor de rest zag ik wat zoogdieren betreft alleen schapen. Vliegen genoeg maar die bleven op een paar plekken hangen en waren goed te ontwijken.

Vanaf hier was het even slikken want het smalle pad gaat vlak langs de afgrond omhoog, voor je bij het gedeelte komt waar je zelf je weg moet zoeken. Ik heb het niet meer zo op afgronden nadat ik een keer bijna van een klip ben gevallen. Het laatste stuk is erg steil en bestaat voornamelijk uit veen en gras met hier en daar een steen. Je zoekt zelf je weg al zigzaggend omhoog. Halverwege keek ik omlaag en moest weer even slikken want het ging vrij recht omlaag. Omhoog is meestal niet het probleem maar hier moest ik later ook weer naar beneden. Doorgaan of toch maar terug? Doorgaan! Ik was nu al zo ver gekomen. Hoe ik weer naar beneden kwam was van latere zorg. Af en toe uit je comfortzone treden is goed voor je hield ik mezelf voor, maar het liefst wel zonder ongelukken.

Na een valse top was het nog een stukje steil omhoog en toen stond ik ineens op de piek van Galtymore. Alleen! Nou ja, niet helemaal want er waren een aantal schapen die wat verstoord opkeken. Wat een heerlijk gevoel, wat een rust en wat een grandioos uitzicht. Daarbij is Galtymore een berg met een dubbele piek en is de top vrij breed en lang zodat je er in alle rust rond kunt wandelen zonder het gevoel er vanaf te lazeren. Ik had de top een half uur voor mijzelf waarna zich een paar andere mensen lieten zien. Ik kwam in gesprek met een zekere Liam,een doorgewinterde hiker uit Clonmel die via de andere zuidelijke route was gekomen en we hadden een leuk gesprek terwijl we beiden van onze meegebrachte lunch genoten. Toen ik hem vertelde dat ik best wel wat hoogtevrees heb na een bijna-val van een klip en dat mijn knieën slijtage hebben van het jarenlang intensief squash spelen, was hij verbaasd dat ik zelfs met kniebescherming het laatste steile stuk was opgekomen en prees mij voor het toch beklimmen van Galtymore. Ach, achteraf gezien viel het eigenlijk wel mee. Ik zag wel wat op tegen de afdaling maar wilde vooral van het moment genieten. Ik was op het hoogste punt van County Limerick en ook op het hoogste punt van County Tipperary. Twee voor de prijs van één beklimming. Wat wil een mens nog meer. Het was er zo heerlijk windstil en aangenaam dat ik er een goed uur ben gebleven, terwijl ik af en toe een foto maakte, de top verder verkende en eindelijk maar toch al zigzaggend aan de afdaling begon, zo ver mogelijk van de steile afgrond af. Gelukkig was het gras vrij droog anders had het hier en daar in een flinke glijpartij kunnen eindigen. Nog even een eng stukje over het smalle paadje langs de afgrond en ik stond weer op de pas. Vandaar was het na de flank van Galtybeg vooral een rustige, lange wandeling over het pad met losse stenen wat naar het eind toe wat vermoeiend werd. Onderweg kwam ik een groep van vier mensen tegen die op weg waren naar de top. Verder alleen schapen, vlinders, insecten en vogels. Wat een rust, wat een hike. Mijn stappenteller vertelde mij dat ik die dag naast een goede 600 meter in hoogte te hebben overbrugd, in totaal zo’n 14 km had gelopen. Ik heb die nacht heerlijk geslapen.

Meer informatie over de King’s Yard Galtymore route en de Black Road Galtymore route kun je via Google of op de AllTrails app vinden. Houd er rekening mee dat deze route na veel regen, bij slecht zicht en bij harde wind gevaarlijk kan zijn.

Klik op de foto’s voor een grotere versie.


Een reactie plaatsen

Wandelen in Ierland.

Soms heb je het idee, wanneer je door de heuvels en bergen van Ierland wandelt, dat je in een boek van Tolkien bent terechtgekomen. De namen van heuvels, bergen en streken met tot de verbeelding sprekende namen, waar soms legendes en verhalen aan verbonden zoals bij Slievenamon. Laaghangende bewolking kruipt langzaam rond de toppen en je loopt soms door bos waar je oude, bemoste ruïnes tegenkomt en langs snelstromende beken wandelt. Of je bevindt je aan de kust op een strand omzoomt door klippen en rotsen met het geluid van de Atlantische oceaan en zeevogels op de achtergrond.

Bemoste ruïne tijdens wandeling in de Ierse midlands. (Zie blog over Glenbarrow, County Laois).

Ierland is een paradijs voor zowel de doorgewinterde lange-afstand wandelaars en de ervaren bergwandelaars als de gelegenheidswandelaars die het liefst goed gemarkeerde, kortere luswandelroutes volgen.  Door heel Ierland heen vind je lineaire wandelingen en luswandelingen aan de kust en in de binnenlanden. Op sommige wandelingen kom je bijna geen mens tegen en kom je heerlijk tot rust.

Er zijn echter een aantal factoren waar je in Ierland rekening mee moet houden. Allereerst is daar natuurlijk het weer. In Ierland kun je het hele jaar door soms een paar verschillende weertypes op een dag krijgen. Het kan ’s ochtends vroeg schitterend zijn met stralende zon, terwijl een paar uur later ineens een aantal regenbuien vallen waarna het soms in de late middag ineens weer mooi is of andersom. Natuurlijk hebben we ook mooie droge dagen maar je moet in ieder geval met alles rekening houden, vooral in de berggebieden waar het weer binnen een aantal minuten kan omslaan. Als weerapp gebruik ik meestal yr.no. Ten tweede moet je rekening houden met de verschillende ondergronden. Veel bergwandelingen gaan gedeeltelijk door bergveengebied, waar het, vooral na een aantal regendagen, flink zompig en modderig kan zijn.

De beste tijd van het jaar om in Ierland als toerist te gaan wandelen is van mei tot oktober,  wanneer je voldoende daglicht hebt. Dit is normaalgesproken ook de tijd dat georganiseerde wandelvakanties beschikbaar zijn en dat er meer accomodatie beschikbaar is.

Kleding en schoeisel is mede afhankelijk van waar je wilt gaan wandelen. Mocht je de heuvels en bergen in willen gaan dan zijn goede (hoge) kwaliteitswandelschoenen aan te raden en dan het liefst waterafwerend vanwege mogelijk natte en modderige gedeeltes. Wat kleding betreft moet je dus altijd rekening houden met regen of – meer naar de kust – zeemist. Vooral in de Ierse berggebieden kan het weer soms binnen een aantal minuten omslaan en loop je ineens in dichte mist of een regenbui. Een goede kwaliteit wandelbroek en een lichtgewicht fleece over een basislaag en een lichtgewicht wind- en waterdichte jas zijn aan te raden wanneer je de bergen in trekt. Je kunt de lagen die je nog niet draagt dan zonder moeite in een kleine rugzak met je meedragen.  Orla en ik beklommen Mount Seefin in het Ballyhoura berggebied terwijl het aan de voet, uit de wind een graad of 22 was. Eenmaal boven op de helemaal niet zo hoge berg stond er een erg koude, harde wind en was het waarschijnlijk nog maar een graad of 12 en kregen we een tien minuten durende regenbui op onze kop. Het uitzicht maakte veel goed. Op de klippen aan de kust kan er ook vaak een sterke, koude wind staan en is een goed windjack aan te raden, zelfs midden in de zomer. Er groeit veel gaspeldoorn in de Ierse berggebieden en de soms nog lage struiken hebben gemene stekels waardoor het dragen van een korte broek is af te raden, niet alleen vanwege stekelstruiken maar mede vanwege teken. Reflecterende hesjes zijn aan te raden wanneer je ook gedeeltes over de weg loopt.

Wanneer je in de hogere berggebieden van Ierland meer van de platgebaande paden loopt of langere hikes gaat wandelen is een kompas en kaart van het gebied aan te raden. De Ordnance Survey Discovery kaarten van 1:50.000 zijn vaak genoeg. Je kunt kaarten en gidsen in Ierland in fysieke boek en reiswinkels en bij Trailhead kopen en in Nederland bij de Zwerver. (Zijn ze wel wat duurder). Kaarten van 1:25.000 zijn voor sommige gebieden ook te koop. Vertrouw niet altijd op je telefoon omdat het bereik in deze gebieden vaak erg slecht is. Wanneer je op een wandelapp bent geabonneerd, kun je soms wandelingen downloaden en offline gebruiken. Zorg ervoor dat je dit op tijd hebt gedaan en neem een powerbank (externe oplader) mee zodat je niet met een lege batterij komt te zitten. Mocht je niet met kaart en kompas overweg kunnen dan is het aan te raden om je aan goed gemarkeerde wandelingen te houden.

Gemarkeerde wandeling naar Lough Muskry in de Galtee Mountains.

Voor de doorgewinterde bergwandelaars is de MacGillycuddy’s keten met Ierland’s hoogste berg Carrauntoohil (1038m), de grootste uitdaging. Wanneer je kikt op het lopen over smalle bergrichels met links en rechts een afgrond, dan is dit de plek. Voor de minder ervaren wandelaars wordt aangeraden om deze bergketen alleen met gids op te gaan. Wat betreft uitdagingen aan de kust kun je in Donegal de one man’s pass op Slieve League, de hoogste klippen van Ierland lopen. Dit is zeker niet voor mensen met hoogtevrees en niet aan te raden met slecht weer.

Voor de wat minder ambitieuze wandelaar zijn er in Ierland een groot aantal gemarkeerde (lus)wandelingen te vinden, waarvan sommige de heuvels en bergen aan de kust en in het binnenland opgaan of er omheen en andere weer in de lagere gedeeltes blijven, soms langs rivieren en door bossen. Veel van de wandelingen die gedeeltelijk door bos gaan zijn door de organisatie Coillte uitgezet. Coillte (uitspraak ongeveer: kwieltje) is Iers voor bos en Coillte is een soort staatsbosbeheer. Veel van hun bos is jammergenoeg monocultuur voor de kap. Een enkele keer is een Coillte wandelgebied daarom gedeeltelijk afgesloten wanneer er kap plaatsvindt. Vaak zijn er luswandelingen van verschillende lengte en moeilijkheidsgraad uitgezet die aan het begin van de wandeling op een kaart worden aangegeven en uitgelegd. Je kunt ze meestal ook online vinden. De moeilijkheidsgraad wordt hier vaak aangegeven met easy, moderate en difficult of soms strenuous (zeer inspannend). Er staat dan meestal informatie bij over wat je kunt verwachten en soms hoe fit je moet zijn om de route te lopen. Je kunt dan ook woorden tegenkomen als “scree”: los gesteente dat het lopen bemoeilijkt, “scramble”: handen-en-voetenwerk tijdens een klim of afdaling, “looped walk”: luswandeling, “cairn”: door mensen gemaakte stapel stenen op de top van een heuvel of berg of onderweg om de route aan te geven. Veel wandelingen zijn op de app AllTrails te vinden. Deze app heeft een gratis versie en een uitgebreidere betaalde versie die je ook toestaat om wandelingen te downloaden zodat je ze offline kunt gebruiken. Handig wanneer je in een gebied slecht internet hebt.

Reken voor wandelen (afhankelijk van de ondergrond) 12 minuten per kilometer (5 km per uur) + 10 minuten voor iedere 100m die je omhoog gaat. Dat is zonder rustpauzes, over een redelijk begaanbaar pad.

NB: Mountaineering Ireland heeft een graadindeling opgezet die iets afwijkt van de graadmeting die je bij veel van de vaak door lokale organisaties uitgezette en onderhouden gemarkeerde wandelingen ziet.

Natuurlijk kun je in Ierland ook mooie strandwandelingen maken. Wees er echter op bedacht dat sommige stranden bij hoogwater compleet overspoeld worden. Dit is geen probleem wanneer je duinen achter je hebt en gemakkelijk van het strand kunt komen, maar stranden aan een klippenkust, vooral met hier en daar vooruitstekende klippen, kunnen soms in gedeeltes geïsoleerd raken. Bij laagwater loop je over strand om de vooruitstekende rotsen heen, maar bij hoogwater is je weg naar het gedeelte met het pad omhoog ineens afgesneden. Hou dus naast toegangspaden de getijden in de gaten. Je kunt Ierse hoog- en laagwaterstanden hier vinden.

De Coppercoast, County Waterford met een aantal stranden die bij hoogwater geïsoleerd zijn.

In Ierland is een aantal jaren geleden ook begonnen met het aanleggen van zogenaamde Greenways. Dit zijn gestandaardiseerde, autovrije wandel – en fietsroutes die ook rolstoel-toegankelijk zijn. Je vindt ze door heel Ierland. Het zijn lineaire routes die je in gedeeltes kunt wandelen. Houdt er rekening mee dat fietsers deze routes ook gebruiken.

Honden: mocht je met een of meerdere honden op vakantie gaan, houd er rekening mee dat op veel trails in de heuvel – en berggebieden honden niet (meer) worden toegelaten. Veel trails gaan over het grondgebied van een boerderij, soms met koeien, maar vooral in de wildere gebieden schapen die los rondlopen. Mede door het zich niet aan de regels houden van sommige hondenbezitters die honden toch los lieten lopen waar ze alleen aan de lijn waren toegestaan, staan nu zelfs bij wandelingen waar honden eerst wel waren toegestaan, borden met “no dogs allowed”.

Tot slot nog een aantal handige links:

Sport Ireland walking trails.

AllTrails Ierland.

AllTrails Ierse nationale parken.

Waterways Ireland. (Wandelingen langs het water)

Coillte (wandelingen van het Ierse staatsbosbeheer)

Weersvoorspellingen voor Ierse berggebieden.


Een reactie plaatsen

De Shannon Regio 2.

County Clare wordt tot de Shannonregio gerekend omdat de zuidkant aan de monding van de Shannon ligt. Wanneer je vanuit het zuiden West Clare binnen wilt reizen kun je direct in Noord-Kerry, van Tarbert de veerboot naar Killimer in Clare nemen en vandaaruit de kustweg richting Kilrush en Kilkee. De tocht met de veerboot is plezierig en soms zie je dolfijnen tijdens de overtocht. Je kunt er ook voor kiezen om bij de stad Limerick de tunnel onder de Shannon te nemen of door Limerick City te rijden en zo County Clare binnen te gaan.

Wanneer je via de tunnel of de stad reist, is de eerste grote bezienswaardigheid die je tegenkomt Bunratty Castle en Folk Park met de naastgelegen pub Durty Nelly’s. Beide zijn erg toeristisch maar de moeite van het bezoeken waard. Daarna heb je de keuze om vanaf Ennis via de kustweg (R473) of via de N68 naar Kilrush te rijden en vandaar door naar Kilkee. In Kilrush kun je een boottocht boeken voor het spotten van dolfijnen. De klippen bij Kilkee zijn een bezoek waard en het Loop Head schiereiland ook. Je kunt tot de punt van Loop Head naar de vuurtoren en naar Carrigaholt aan de monding van de Shannon met het Carrigaholt Castle, waar je ook een dolfijnenspotboottocht kunt boeken. De bridges of Ross bevinden zich ook op het Loop Head schiereiland. Dit is een natuurlijk gevormde zeebrug. Van de oorpronkelijke drie bruggen is er helaas nog maar een over. Je kunt er een mooie klippenkustwandeling maken en de golven breken er vaak spectaculair op de rotsen. Aan het begin van de wandeling kun je er tijdens zonnige momenten een door de druppels van het opspattende water gevormde regenboog zien.

Wanneer je de kustweg van Kilkee in noordelijke richting volgt kom je via Doonbeg (hier bevindt zich Trump’s golfbaan) en Quilty bij het plaatsje Miltown Malbay en het nabijgelegen strand bij Spanish Point uit. In de eerste week van juli vindt in Miltown Malbay de Willie Clancy Summer School plaats. Er wordt een week lang les gegeven in traditionele muziek op verschillende instrumenten en zang, maar ook in het Ierse setdansen. De hele dag door zijn er die week muzieksessies in de kroegen en georganiseerde dansavonden. Verder noordelijk kom je uit bij het plaatsje Lahinch (Lehinch) dat bekend is bij golfers maar ook een promenade en strand heeft. Vanuit Lahinch kun je de kustweg (R478) naar Liscannor (met een mooi haventje) nemen. Vlak bij Liscannor heb je toegang tot een wandelroute over de Clifss of Moher die via het officiële Visitor Centre gedeelte naar Doolin gaat. Wanneer je de route naar Doolin en terug loopt heb je er 20 km opzitten. Deze wandeling wordt niet aangeraden met sterke wind. Je kunt ook bij het Visitor Centre parkeren en van daar de Cliffs of Moher bezoeken. In het Visitor Centre kun je een expositie over de Cliffs bezoeken. De Cliffs of Moher (210m) zijn niet de hoogste klippen in Ierland, maar wel spectaculair omdat ze loodrecht naar beneden gaan. Landinwaarts van Lahinch ligt het plaatsje Ennistymon (Ennistimon) dat een bezoek waard is vanwege de waterval vlak bij de brug, een aantal oude winkelfacades, goede eetgelegenheden en een aantal mooie oude pubs waarin regelmatig traditionele Ierse muziek te horen is.

Doolin is een uitgestrekt dorp met naast een haven twee oude kernen: Roadford, waar zich McGann’s en McDermott’s pub bevinden, een aantal restaurants en een aantal hostels en Fisherstreet waar zich O’Connor’s pub bevindt, een aantal winkels, hostels en b&b’s. Daartussenin ligt Fitz’s Cross met een aantal hostels en vrij recente hotels en een in 2006 geopende pub. Ik kwam jaarlijks in Doolin vanaf 1989 tot halverwege de jaren 90. Daarna was de lol er voor mij in het hoogseizoen echt vanaf omdat het erg toeristisch geworden was. De eerste keren dat ik er kwam was het een dromerig dorp met veel spontane traditionele muzieksessies en zat ik er te spelen met lokale muzikanten zoals Micho Russell. De meeste toeristen waren rugzaktoeristen die voor de sfeer en de muziek kwamen. Iets van die sfeer vind je nog terug in het najaar en de winter, wanneer er alleen af en toe in de weekends stag – of hen parties de boel komen verpesten maar het voor de rest lekker rustig is. (Van groepen dronken mensen die keihard door mooie traditionele sessies schreeuwen of “zingen” en sessiemuzikanten lastig vallen met vragen om popsongs, word ik nu eenmaal niet blij.)

Vanaf Doolin pier kun je naar de drie Aran eilanden, Inis Mór, Inis Meáin en Inis Oírr varen en worden bootcruises naar de Cliffs of Moher aangeboden door Doolin Ferry, Doolin2Aran ferries en Doolin Ferries (in partnerschap met Doolin2Aran ferries). De Aran eilanden zijn een wereld op zich, bestaande uit hetzelfde karstlandschap als de Burren. De voertaal op alle drie de eilanden is Iers en het dichtstbijzijnde en kleinste eiland vanaf Doolin is Inis Oírr (Inisheer). Je kunt op dit eiland verblijven, er een dag wandelen of een fiets huren in de haven van het eiland.

Even verderop ligt Lisdoonvarna, bekend van het matchmakers festival in september. Als je van drukte en (slechte) countrymuziek houdt dan moet je zeker naar dit festival gaan. Houd er rekening mee dat tijdens festivals overnachtingsprijzen flink omhoog kunnen gaan. Buiten het festival is Lisdoonvarna een aardig plaatsje en kun je in de Roadside Tavern van een goede maaltijd en goede traditionele muziek genieten. Ik heb er aardig wat keren gespeeld toen het in Doolin minder leuk begon te worden. Naast de pub vind je een zalmrokerij. Lisdoonvarna is een goede uitvalsbasis voor het verkennen van de Burren en West-Clare. Tussen Ballyvaughan en Lisdoonvarna bevindt zich Corkscrew Hill, een heuvel met een smalle kronkelweg die tijdens de famine (1845 – 51) als werkverschaffingsproject werd gebouwd. Er is een parkeerplaats waar je van het schitterende uitzicht over de Burren kunt genieten.

De Burren is een uniek kalksteengebied in het noordwesten van Clare. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 300 vierkante kilometer en wordt in het noorden begrensd door Galway Bay. Je vindt er planten en bloemen die je verder niet in Ierland tegenkomt en je kunt er grotten bezoeken. Een bezoek aan het Burren Centre is de moeite waard en je kunt in het Burren National Park goed wandelen, al dan niet via gemarkeerde wandelroutes. In de Burren vind je verschillende prehistorische oudheden waarvan Poulnabrone Dolmen de bekendste is. De tea rooms van The Burren Perfumery is een goed plek om te stoppen om wat te eten en te drinken, de kruidentuin te bezoeken en hun zelfgemaakte producten kopen.

In het Burrengebied kun je twee grotten bezoeken: Doolin Cave en Aillwee cave.

In heel Clare vind je kasteel- en kloosterruïnes, velen nationale monumenten waarvan een aantal in het oosten van dit graafschap zijn te vinden. Het oosten van County Clare is groener en heeft een heel andere uitstraling dan het westen en is zeer zeker de moeite waard. Je kunt vanaf het plaatsje Shannon het oosten van Clare inrijden via Sixmile Bridge naar Knappogue Castle waar ook, net als in Bunratty, middeleeuwse banketten worden gehouden, en door naar Quin Abbey. Je kunt verder het binnenland in om het prehistorisch park Craggaunowen te bezoeken.

Oost Clare is bosrijk en bezaaid met kleine meren. Het grotere Lough Derg ligt gedeeltelijk in Clare en plaatsjes als Killaloe en Mountshannon zijn erg geliefd bij Ierse en buitenlandse bezoekers. Van de Ballycuggaran woods parkeerplaats kun je de heuvel Moylussa beklimmen. Dit is het hoogste punt in County Clare. Voor de wandelaars is er een bij toeristen wat minder bekende plek in Clare die erg de moeite waard is, genaamd The 12 O’clock Hills. Het zijn twee heuvels in het zuidoosten van Clare, niet ver van Sixmile Bridge, waar een plaatselijke werkgroep drie wandelroutes heeft uitgezet en onderhoudt. Wij hebben de blauwe 8.5 km route gelopen met nog wat zijpaden zodat we op een kilometer of 10 uitkwamen. Je loopt door bos, heide en heuvels met vanaf de top van Knockanuarha een schitterend uitzicht over het omliggende landschap. De wandelroutes beginnen vanaf een vrij grote geasfalteerde parkeerplaats. Eenmaal onderweg kom je bijna niemand meer tegen.

De enige grotere stad in County Clare is Ennis. Hier kun je goed uit eten en winkelen, luisteren naar traditionele Ierse muzieksessies in de pubs of een concert bezoeken in het Glór theater.

Klik op een foto voor een grotere versie.


Een reactie plaatsen

Glenbarrow Eco Walk, County Laois.

Gisteren zijn Orla en ik de de Ierse midlands in gereisd naar het Slieve Bloom gebied. Dit is een van de oudste berggebieden in Europa. Ooit waren de Slieve Bloom mountains zo’n 3.700 meter hoog maar zijn nu afgesleten tot slechts 527 meter op het hoogste punt. De Slieve Bloom mountains linken de graafschappen Laois en Offaly. Wij kwamen er om de Glenbarrow Eco Walk te doen vanuit de Glenbarrow Glen in County Laois. Dit is de kraamkamer van de op een na langste rivier van Ierland, de Barrow. Hier is het een jeugdig wild stroompje waar je nog doorheen kunt waden om verderop, bijvoorbeeld in County Carlow, in een brede traagvloeiende rivier te veranderen.

Deze wandeling wordt aanbevolen voor mensen met “higher than average fitness levels”, een meer dan gemiddelde conditie, met het predikaat “streneous”, oftewel inspannend. Daar kan ik inkomen want het gaat nogal veel heuvel op en heuvel af over zeer onregelmatige ondergrond met veel boomstronken en natte, modderige gedeeltes en af en toe moet er wat geklauterd worden. Goede, hoge wandelschoenen zijn sterk aan te raden. Het eerste gedeelte volgt de rivier en gaat over een zeer smal pad dat soms vlak langs een afgrond gaat met de rivier beneden je en geen afbakening. Het pad brengt je naar een waterval die je met wat geklauter naar een hoger stenen plateau bereikt. Verschillende delen van de wandeling gaan over planken vanwege de soms erg natte ondergrond. Op een derde van de route verlaat je de rivier en kom je eerst bij de ruïne van een huis dat met wat gesop over veengrond, daarbij de stekels van de tastende uitlopers van bramen vermijdend, kan worden bereikt. Een eind verderop kom je bij de overblijfselen van een verlaten dorp. Dit is net iets uit Lord of the Rings: begroeide ruïnes in een donker bos. Daarna is het een stuk heuvelop naar de ridge of Capard parkeerplaats om vandaar door het bergveengebied over planken de heuvel op te gaan naar het uitzichtspunt vanwaar je erg ver alle kanten uit kunt kijken tot in verschillende graafschappen. Vandaar gaat het weer heuvelaf, over een smal pad met mooie uitzichten en omgeven door gaspeldoorn (gorse) dat heerlijk geurde. De hele wandeling is trouwens een genot voor de zintuigen. Er is van alles te zien, je hoort de rivier, de vogels, de insecten en je ruikt het bos, de rivier en de groeiende en bloeiende planten. Na een stukje over een weg, ga je weer het bos in, dan over een zogenaamde forestry road (breed houtkappers pad), daarna weer bos, over planken om vervolgens, na een vrij inspannende wandeling van zo’n 10 km weer bij de parkeerplaats uit te komen. Dit was slechts een van de vele beschikbare wandelingen in het gebied. De wandeling is goed gemarkeerd waardoor je niet kunt verdwalen. De midlands, in dit geval de graafschappen Laois en Offaly, worden onterecht door toeristen erg ondergewaardeerd. Wat een heerlijke wandelstreek. Meer informatie kun je op de website van Slieve Bloom.

Klik op de foto’s voor een grotere versie.


Een reactie plaatsen

Eindelijk maar toch.

Vrijdagavond werd bekend dat met ingang van zaterdag 22 januari 2022 binnen Ierland de meeste coronamaatregelen werden opgeheven waaronder ook de verplichte horecasluitingstijd van acht uur ‘s avonds. Wat blijft is het dragen van mondkapjes in het openbaar vervoer, winkels en winkelcentra en andere openbare gebouwen, het isoleren indien positief en de restricties rond het internationaal reizen.

Na de bekendmaking meldde Mick Dolan, de eigenaar van Dolan’s pub en restaurant in Limerick City op sociale media al dat er zaterdagavond vanaf negen uur een muzieksessie in de bar zou gaan plaatsvinden. Dat was sinds maart 2020 niet meer voorgekomen. Tijdens de pandemie was het wel een aantal keren mogelijk geweest om concerten te organiseren voor een zittend publiek aan tafeltjes met gepaste afstand in Dolan’s warehouse (een concertgelegenheid achter de pub) en in de Milk Market (een overdekte markt in Limerick die door Dolan’s ook als concertgelegenheid wordt gebruikt), maar de traditionele muzieksessies in de pub konden niet meer plaatsvinden.

Zaterdagmiddag zei ik tegen Orla dat ik eigenlijk wel zin had om ’s avonds even in Dolan’s  te gaan kijken. Orla had haar bedenkingen omdat ze verwachtte dat het de eerste avond erg druk zou zijn en daardoor een infectiehaard van jewelste en dat het eigenlijk nog te vroeg is voor een volledige opening. Mijn argument was dat het juist goed is om nu open te gaan omdat de meeste mensen die in Ierland wonen nog beschermd zijn door de boostervaccinatie. Mensen die ongevaccineerd het uitgaansleven ingaan lopen de grootste kans om in het ziekenhuis terecht te komen. Daarin gaf ze me wel gelijk. We besloten om te gaan. Orla vroeg of ik mijn instrumenten meenam. Ik besloot om de trekzak in de auto te leggen voor het geval dat, maar was eigenlijk nog niet van plan om al aan een sessie deel te nemen. Ik wilde alleen even naar binnen voor een pint en om even de sfeer te proeven.

Rond half tien kwamen we bij Dolan’s pub aan. Orla wierp één blik naar binnen en zei dat ze niet naar binnen ging. Te druk. Ze besloot om in de auto te blijven zitten en haar kunstblog en sociale media bij te werken terwijl ik naar binnen ging voor een pint en wat foto’s. Binnen was het inderdaad druk en behalve het personeel droeg bijna niemand een mondkapje. Ik was een van de uitzonderingen. Het viel me gelijk op dat de barkrukken weer terug waren en er aan de bar besteld kon worden. Mick en Valerie (de eigenaars) waren aanwezig en begroetten mij hartelijk waarna we even een praatje maakten. Daarna maakte ik wat foto’s van de muzikanten en bestelde een pint Guinness. Man, wat was het wennen aan de drukte: mensen die zich langs je heen baanden, op een kluitje bij elkaar stonden en vrij, meest zonder mondkapje door de pub liepen. Ik kon zien dat het voor meer mensen een onwennige drukte was. Er heerste een wat nerveuze uitgelaten sfeer. Het lawaai van al die pratende mensen was ook erg wennen. Dat was voor de pandemie voor mij al een reden waarom ik nooit op een zaterdagsessie in Dolan’s speelde: je kon jezelf nauwelijks horen spelen, laat staan de anderen. De maandagavondsessie, waar ik wel eens aan deelnam, gaat helaas nog niet door. Toen ik Mick er naar vroeg, gaf hij aan dat ze de eerste helft van de week eerst nog dicht blijven.

De sfeer in Dolan’s op deze gedenkwaardige zaterdagavond was goed, het bier was lekker, maar een half uur later stond ik toch weer buiten en gingen Orla en ik weer terug naar huis. Ik moet nog erg voorzichtig zijn omdat ik in de gezondheidszorg met kwetsbare mensen werk dus liever geen omicron krijg en doorgeef. We merken over een tijdje wel hoe de afschaffing van de restricties heeft uitgewerkt. Op 17 februari wordt er door de overheid geëvalueerd.

Zaterdagavond 22-01-2022. Eerste traditionele muzieksessie in Dolan’s pub, sinds maart 2020.
Zaterdagavond 22-01-2022. Eerste traditionele muzieksessie in Dolan’s pub, sinds maart 2020.